Tips om beter om te gaan met Autisme
- Stel eenvoudige vragen en geef eenvoudige instructies. Vertel of vraag altijd maar één ding tegelijk.
- Vermijd dus onoverzichtelijke of onvoorspelbare situaties.
- Gebruik hiervoor zoveel mogelijk schema’s, agenda’s, pictogrammen en geschreven instructies om iets duidelijk te maken.
- Mensen met autisme begrijpen de sociale regels vaak niet. Word niet boos als je bijvoorbeeld niet vriendelijk begroet wordt. Neem gerust zelf wat meer initiatief.
- Leg altijd goed uit wat je gaat doen en vraag daarna of hij het goed begrepen heeft.
- Bedenk dat iemand met autisme niet de intentie heeft om onbeleefd te zijn.
- Schreeuw niet of praat niet met harde stem. Mensen met autisme kunnen hier hard van schrikken.
- Vermijd ironie. Bedenk dat mensen met autisme de dingen doorgaans letterlijk opvatten.
- Gebruik geen woorden met een dubbele betekenis. Iemand met autisme kan ‘de tafel van 10’’ bijvoorbeeld opvatten als ‘een tafel van 10 personen’.
- Verwacht geen reacties op je emoties of op non-verbale communicatie.